De Hollandsche hockey regels (sinaasappel hockey)

Met als bronnen "Geschiedenis v/h hockey" op internet door J.P.F. Mulder en "Hockey volgens de internationale regels" van H. van Booven uit 1927, wordt duidelijk dat bij de introductie van hockey in Nederland door Pim Mulier in 1891 men een deel van de Engelse regels niet overnam.
De Nederlandse (gras)velden waren niet geschikt voor de Engelse stick en de Engelse bal. De stick had, in navolging van ijshockey, 2 platte kanten. De bal was van leer, groter en lichter en gevuld met paardenhaar en had een oranje kleur. Hij kreeg al gauw de naam sinaasappel (Scheurleerbal). Het (dood) stoppen met de voet en het onder de stick haken van de tegenstander was toegestaan. Als 1 van de aanvallers de bal kreeg toegespeeld terwijl hij zich dichter bij de doellijn bevond dan minstens 3 van zijn tegenstanders dan werd dit bestraft met een vrije slag tegen wegens buitenspel staan of lopen.
Verder speelde men hockey met "eenhandige stickvoering". Zoals van Booven uitgebreid toelicht betekende dit dat technieken zoals "push", "scope" en "flickstroke" niet ontwikkeld waren evenals zogenaamde place-shots, die slechts met een stevig gebruik van beide handen gedaan kunnen worden.
Door internationale contacten gingen er in Nederland stemmen op (Van Booven) om de Engelse regels over te nemen. Rondom de eeuwwisseling was er uit gezamenlijk overleg tussen Engeland, Ierland en Wales, de International Hockey Board ontstaan. Deze commissie bepaalde de internationaal geldende regels. Uit de contacten bleek dat we ver achterliepen op de Engelsen. Bij een bezoek van een zeer sterk Cambridge studenten elftal in 1927 werden 5 wedstrijden gespeeld waarbij alleen een Nederlandsche studentenploeg te Waalsdorp de Engelsen op 0-0 hield, terwijl de overige 4 wedstrijden verloren werden met de doelcijfers 4-32. Tegen deze Engelsen bleek:
    1. Ons gebrek aan snelheid
2. Onze gebrekkige opstelling
3. Onze gebrekkige baltechniek en stokvoering
4. Onze gebrekkige onderlegdheid die tot verkeerd begrip van het eigenlijke spel voerde
5. Onze speelmethode gekenmerkt door een niet opzettelijke rauwheid
Een groot tegenstander van de Engelse regels was de heer Scheurleer, volgens van Booven door een overdreven verheerlijking van hockey in Nederland als amateursport. Pas in 1926 voerde NHBB de Engelse regels in omdat Nederland, als organisator van de Olympische Spelen in 1928 in Amsterdam, deel zou nemen aan het Olympisch hockeytoernooi.

Nederlandsch hockeyelftal betreedt het Olympisch veld te Amsterdam (1928)