In het nieuwe seizoen bevatte de 1e klasse 9 teams. Op de eerste
competitiedag, 22 september, waren wij daardoor vrij. Overdijkink, die in de
Nederlandse selectie zat, kwam over van SCHC en Snoeck kwam terug uit
militaire dienst. Job Heemskerck van Beest werd daardoor reserve van het
eerste elftal dat bij het begin van de competitie bestond uit Jan van der
Brugh in het doel, Theo Ykema en Ernst Langhout achterhoede, in de middenlinie
rechts Bert Snoeck, spil Gerard Overdijkink en links Sam Ledeboer; en de
voorhoede van rechts naar links Koot Engel, Hans Spoelstra, Carel Dekker, Bob
Beek en Peter de Lange.
Trainer/coach was nog steeds Jan Klein, die met zware oefeningen onze conditie
op hoog peil bracht. We trainden tenminste tweemaal per week; eenmaal per week
gevolgd door een gezamenlijke maaltijd. Ook werden op 29 september onze nieuwe
(gemeente)velden aan het Westplantsoen in Delft in gebruik genomen. Op die dag
was de eerste competitiewedstrijd, tegen landskampioen Togo.
We wonnen met 1-0 door een goal van Peter de Lange. We zeiden: "Maar het
moet dus kunnen".
De volgende zondag was Laren uit. We speelden 2-2 gelijk, maar de
commentatoren zeggen dat Delft eigenlijk een overwinning verdiend had. Jan
Willem van Erven Dorens en Carel Dekker knalden de goals er in.
Tegen SCHC werd het op 13 oktober in Delft 2-2. Steeds meer belangstelling was
er van de Delftse burgerij. Delft was gevaarlijker in de cirkel, hetgeen
resulteerde in twee goede doelpunten van Beek en Engel. Na de rust viel SCHC
sterk aan. Zwier benutte een strafcorner en Meyer maakte gelijk uit een
prachtige voorzet van Mattart. SCHC werd sterk in de verdediging gedrongen,
maar strafhoekslagen werden door Delft niet benut door slecht stoppen. De
Stichtse achterhoede met de stickvaste backs Both en Herbers hield goed stand.
Al met al een juiste uitslag voor de neutrale toeschouwer.
Op 20 oktober werd op Crailo gewonnen van Be Fair met 1-0. De Delftse Studs
wisten de hele wedstrijd een enorm tempo vol te houden. Bob Beek scoorde.
In de Hockeysport van 17 oktober verscheen een artikel over het belang van
training naar aanleiding van een door Hans Spoelstra ingezonden stuk in het
krantje van Hurley. Vooral nadruk op `volledige overgave en geconcentreerd
trainen`.
Omdat SCHC van Laren verloor, gingen we aan de leiding.
Op 27 oktober eindigde Delft tegen BMHC in 1-1. Honnebier in het doel bij BMHC
was geweldig op dreef. Koot Engel scoorde fraai met de punt. De tegengoal
ontstond toen handstopper Hans Wagener bij een strafhoekslag maar eens zelf
sloeg en de bal tot ieders verbazing tussen de benen van Overdijkink door in
het doel verdween.
De 10e november werd gewonnen van Amsterdam, dat bijna onderaan bungelde.
Amsterdam was op eigen veld niet opgewassen tegen Delft, dat drie doelpunten
maakte. Twee weken later werd met dezelfde cijfers gewonnen van HHIJC, dat in
dikke, Delftse modder zijn meester vond. Ook HHIJC met Kruize en Bromberg in
de gelederen was niet opgewassen tegen het hoge Delftse tempo.
De laatste wedstrijd van de eerste helft was tegen Hilversum (1/12). Het werd
4-0 voor de DSHC. Aan Delftse zijde was het de hechte middenlinie die zoals
altijd de basis vormde waarop de voorhoede zijn snelle acties kon bouwen.
Doelman van der Brugh was weer in voortreffelijke vorm en voorkwam een
tegendoelpunt.
Delft stond nu aan de leiding met 13 punten uit 8 wedstrijden, voor Laren met
12 punten. Begin december maakte linksachter Langhout plaats voor 1e jaars
Aernoud Muller.
Wat lang niet was gebeurd: spelers van de DSHC werden weer uitgenodigd voor
vertegenwoordigende elftallen. Op 2 november speelden Overdijkink, Beek,
Dekker en Ykema mee met Westelijke proefwedstrijden en op 23 november zaten
Overdijkink en Ykema in het elftal Jeugd < 24 jaar, dat tegen de Batavieren
speelde. Overdijkink werd die dag Batavier. Op 8 en 9 maart 1958 speelden
Overdijkink en Beek met Nederland B tegen België B (6-2) en Dekker en Engel
met Nederland A tegen Rot Weiss (1-0). Op 22 maart zaten Engel en Overdijkink
in het Ned. Elftal dat tegen Schotland met 3-0 won. En een week later speelden
dezelfde spelers met het Nationale team tegen België, dat won met 3-1. Ykema
speelde in het C-elftal tegen Oxford.
Terug naar de competitie. De 15e december kwam Laren in Delft op bezoek.
DSHC won met 2-0. Toen iedereen al aan rust dacht, ging Koot Engel er met een
machtige sprint vandoor en gaf Gouka het nakijken. Carel Dekker maakte 2-0 uit
een strafhoekslag. Delft was als enige nog ongeslagen. Spoelstra speelde
midvoor om Dick Loggere het leven zuur te maken en de buitenspelers van Laren
werden effectief afgedekt, zodat er ruimte kwam op het middenveld.
Toen versloeg op 22 december HHIJC Delft met zijn eigen wapens op Klein
Zwitserland. Roepie Kruize maakte 1-0 op zijn eigen wijze. De zeer tactische
verdediging gaf de gasten geen kans. Dit keer werden onze vleugelspelers en
Overdijkink speciaal bewaakt. Die tactiek van ons had men goed gelezen in de
krant. Van Rossem maakte 2-0 voor HHIJC uit aangeven van Kruize.
Laren stond nu aan kop met 16 uit 11, Delft 15 uit 10.
Op 12 januari lieten SCHC en DSHC uitstekend spel zien in Bilthoven. Bob Beek
maakte de twee goals tegen één doelpunt door Eddy Zwier die op luidruchtige
wijze aangaf dat hij vrij stond. Uitslag 2-1 voor Delft.
In de mist van Bloemendaal verloren we op 2 februari met 2-1 van BMHC. Hans
Spoelstra maakte de tegengoal. John Berkman maakte dankbaar gebruik van een
geboden kans in een periode dat Delft heftig bleef aanvallen. Maar ook Laren
verloor, met 1-0 van Be Fair.
Stand: Laren 18 uit 13, DSHC 17 uit 12 en BMHC 16 uit 13.
Wij ontvingen vervolgens Be Fair op 16 februari en wonnen deze pot met 5-1.
Hospita's die nog nooit een stick gezien hadden en vele jonge dames
inspireerden de Delftse spelers. De Lange bracht de stand op 1-0, maar Jan
Gielen maakte gelijk. Toen scoorde Bob Beek tweemaal. Bert Snoeck benutte zijn
eerste strafbully en Carel Dekker maakte er 5-1 van met een voortreffelijk
schot.
Inmiddels was Venlo al ongeslagen kampioen van het Zuiden.
Op 2 maart wonnen we op Klein Zwitserland met 2-1 van Togo. Tot 5 minuten voor
tijd was de stand nog 1-1 door doelpunten van Dekker en Hillenius. Sterk
stuwend spel van de Delftse middenlinie, waarin Snoeck opviel, bracht de
Delftse aanvalsmachine steeds weer op gang. Eerst leidde men de aanval veel
over links, maar de sterke rechtervleugel zorgde voor de slotapotheose. Beek
maakte het winnende doelpunt.
Stand nu: Delft 21 uit 14 en Laren 20 uit 14.
In Hilversum werd op 23 maart gewonnen van Hilversum, echter onder protest van
de thuisclub. Toen Carel Dekker voor rust met een ´raketschot´ een
strafhoekslag benutte zou de officiële speeltijd al een minuut verstreken
zijn. Scheidsrechter Rogge blies uiteindelijk maar af, aannemende dat het
uurwerk van collega Konter niet meer goed functioneerde. Dat was 3½ minuut
over tijd.
Midvoor Spoelstra speelde een voortreffelijke partij en ook linksachter Muller
kon op een goede partij terugzien. Omdat Laren verloor van BMHC met 1-0 waren
we, behoudens het protest van Hilversum, nu kampioen met 23 punten uit 15
wedstrijden, gevolgd door Laren en BMHC ieder met 20 punten uit 15
wedstrijden.
Het protest van Hilversum werd afgewezen omdat het doelpunt voor rust tot
stand kwam binnen de voorgeschreven speeltijd als bedoeld in artikel 1 sub B.
In de overwegingen was een deskundig onderzoek van beide uurwerken betrokken.
Als afsluiting werd op 7 april tegen Amsterdam in het Wagenerstadion
gelijkgespeeld met 0-0. Amsterdam schonk sherry vooraf. Het regende en het
werd een glijpartij. Tien minuten voor het einde mocht Joris Jansen
Schoonhoven een strafbully nemen tegen Snoeck welke echter door laatstgenoemde
op briljante wijze de cirkel werd uitgewerkt.
De eindstand van de competitie was: DSHC 16 10 4 2 24 34-13
Laren 16 9 4 3 22 23-14
Het kampioenschap van Nederland begon met de thuiswedstrijd tegen Zwolle,
Oostelijk kampioen. De medewerking van de gemeente en de stichting voor
sportzaken 'Delft doet 't zelf' was groot. Immers, de Delftse burgerij leefde
intens mee en zelfs de amanuensis van je laboratorium stond langs de lijn.
We speelden tegen Zwolle op eigen veld aan het Westplantsoen op 20 april. We
wonnen met 5-0 en waren over alle linies sterker. Even enkele benauwde
momenten voor het doel van van der Brugh, maar verder waren wij ¾ van de tijd
in de Zwolse slagcirkel te vinden. In de 11e minuut schoot na een
strafhoekslag Snoeck de bal de cirkel weer in: Spoelstra raakte hem aan en het
was 1-0. Beek uit een lange hoekslag 2-0, Dekker 3-0 uit een strafhoekslag.
Doelman Belle ging op de bal zitten en Snoeck scoorde uit de strafbully. Uit
een voorzet van Engel maakte de Lange er 5-0 van.
Op 26 april werd SCHC met 4-0 verslagen voor de HTCC beker. Later werd de
bekerfinale verloren van Be Fair met 3-1.
Het nog niet in gebruik genomen nieuwe veld van de Delftse voetbalclub DHC aan
de Brasserskade werd voor de twee laatste kampioenswedstrijden in Delft in
gereedheid gebracht. Op woensdag 30 april zouden wij er Venlo ontvangen. Wij
trainden er nog op maandag 28 april. De dag voor de wedstrijd gingen we samen
eten en bleven we slapen in de nabij gelegen jeugdherberg 'De Hertenhorst', om
ons samen voor te bereiden. Op Phoenix werden de leden opgeroepen zich op 30
april naar de Brasserskade te begeven. De tribunewallen stonden vol mensen. De
nog onbespeelde grasmat was perfect.
Volgens Hockeysport vonden Jhr.Quarles van Ufford, secretaris-penningmeester
van de KNHB en andere heren het spelpeil teleurstellend. Geen topklasse
hockey. Maar het werd een verdiende zege met 4-1, waartoe de uitstekende
middenlinie Snoeck-Overdijkink-Ledeboer de basis legde. Al na 3 minuten
benutte Peter de Lange een door back Theo Houwen gegeven kans, toen die over
de bal maaide. Tot rust bleef het 1-0. Scheidsrechter Halder floot 3 minuten
en twintig seconden vóór rust te vroeg af en liet de spelers terugkomen om
die tijd vol te maken. De tweede helft werd een triomf voor Delft en een drama
voor Venlo. Al luttele minuten na rust veroorzaakte Theo Houwen een
strafbully, waaruit Snoeck scoorde. Houben, midvoor van Venlo, maakte er 2-1
van. Venlo vocht hard voor de gelijkmaker, maar Bob Beek gaf 12 minuten voor
tijd de genadeslag (3-1). Koot Engel maakte er 4-1 van. Linksback Muller
speelde een prima wedstrijd.
Op 4 mei gingen we met auto's naar Zwolle voor de uitwedstrijd. De dag ervoor
had Zwolle in een zware wedstrijd met 3-1 van Venlo verloren. Enkele Zwolse
spelers hadden spierblessures; dit bleek tegenover de 'raketten' van de
Delftse voorhoede, die vooral zoveel indruk maken door hun startsnelheid en
hun directe aanvalsstoten, een te grote handicap. Met rust was het 2-0 voor
Delft. Na rust was Gerard Overdijkink de ongekroonde koning van het middenveld
en van zijn stick bereikten vloeiende passes de vuurlinie. Dekker, de Lange en
Beek vierden een heerlijk schuttersfeest.
Die avond vertrokken we naar Groningen voor de wedstrijd tegen Groningse
Studenten op 5 mei. Door stug verdedigen wist de thuisclub tot de rust de
stand op 0-0 te houden. Delft was in de eerste helft niet snel en doortastend
genoeg. In de kleedkamer in de rust heeft captain Spoelstra het nodige gezegd.
We kwamen geladen op voor de tweede helft. Het werd 6-0 door doelpunten van
Gerard uit een strafhoekslag, Carel 3x, Peter 1x en Bob 1x. Onze totaalscore
was toen 22-1.
Op Hemelvaartsdag, 15 mei, werd, weer aan de Brasserskade, thuis gespeeld
tegen de Groninger Studenten. De krant zegt dat ze dit jaar ons nog niet zo'n
goede wedstrijd hebben zien spelen. Het teamverband was buitengewoon. De
middenlinie was vrijwel niet te passeren, stuwde uitstekend en de voorhoede
combineerde dat het een lieve lust was.
Met de rust was de stand 2-0 door doelpunten van Carel Dekker. In de voorhoede
waren Beek en Engel de besten. Ook Spoelstra deed goed werk. Dekker had de bal
te lang bij zich waardoor hij vastliep. In de middenlinie schitterde Ledeboer,
terwijl ook Overdijkink in vorm was. In de achterhoede was linksback Muller
wederom uitstekend.Van der Brugh in het doel loopt wel erg ver uit. Engel
scoorde handig het derde doelpunt. Nadat enkele kansen verloren waren gegaan,
deed Bob Beek het maar alleen: 4-0. Snippe redde de eer voor de Groningers en
Carel Dekker maakte zijn hattrick vlak voor tijd: 5-1. Onze doelcijfers waren
nu 27-2.
Een gelijk spel tegen Venlo, dat ook alles van Zwolle en Groninger
Studenten had gewonnen, was nu voldoende voor het nationaal kampioenschap. Die
wedstrijd was voorzien voor zondag 18 mei, in Venlo. Een supportersbus vertrok
om 11 uur uit Delft.
Het werd 1-1. Verdiend was dit gelijke spel, al was het nog zo benauwd. Want
het ervaren Venlo had gedurende een groot deel van de strijd een sterk
overwicht. Venlo had meer en betere kansen ook. Maar de energieke Delftse
backs Ykema en Muller en de gedurfde keeperskunst van Van der Brugh lieten van
die Limburgse kansen niet veel heel. Het resultaat van 1-1 was al binnen 14
minuten bereikt. Reyntjes kreeg na een goede combinatie met Houben en Coehorst
de bal voor zijn stick en maakte in de 10e minuut 1-0. Vier minuten later
stond het 1-1 na een geweldige rush van Carel Dekker die drie tegenstanders
omspeelde en met het puntje scoorde. Een strafbully voor Delft leverde in de
tweede helft geen resultaat op door goed verdedigen van Houwen die in dit duel tegenover Snoeck stond, die ditmaal zijn strafbully reputatie
niet waarmaakte.
Delft weerstond alle stormlopen van Venlo tegen het einde met de gedachte: nu
of nooit. Voor de lovende commentaren leze men verder de krantenknipsels.
President Westermann overhandigde kampioensbeker aan aanvoerder Spoelstra. Er
volgde een rijtoer door Delft en een kroegjool op Sociëteit Phoenix. Het was
gelukt.
Het volgend seizoen ging deze ploeg bijna onveranderd (Snoeck studeerde af) verder in de eerste klasse. Amsterdam en Hilversum waren gedegradeerd. Kampong had de eerste klasse bereikt.
Toen in het rampjaar 1953/54 DSHC I degradeerde naar de Promotieklasse, deelden de overige elftallen in de malaise. Het kampioenschap van Delft I werd nu weerspiegeld in de resultaten van de andere elftallen:
DSHC II behaalde de eerste plaats in de 2e klasse C (maar haalde het niet
in de promotiewedstrijden, waarin met 3-0 werd gewonnen van Groen Geel II,
werd gelijkgespeeld met 1-1 tegen Kieviten III en werd verloren van HLC met
2-1).
DSHC III eindigde op de 2e plaats in 2 A en bleef in de 2e klasse.
DSHC IV werd kampioen en promoveerde van de 4e naar de 3e klasse. Op onderstaande foto Phloep Kohnstamm in actie.