Een korte historie van de D.S.H.C.
1898-1915
Aan het eind van negentiende eeuw kwam het hockeyspelletje
vanuit Engeland naar Nederland overwaaien. Vlak nadat clubs in Amsterdam en Bloemendaal waren opgericht zag op 24 oktober 1898 de
Delftsche Studenten Hockey en Bandy Club het levenslicht. Wedstrijd op 15 december 1898: "Lichtelijk de smoor in en kous op den
kop". De eerste kwart eeuw bleven interacademiale wedstrijden tegen Leiden en Utrecht de hoofdschotel van het jaarlijkse programma
vormen. Naarmate de hockeysport groeide, werden er meer en meer ontmoetingen georganiseerd met burgerclubs. Geregeld werd meegespeeld met de
algemene hockeydag te Haarlem.
In 1905 wordt de "Polytechnische School" verheven tot "Technische Hogeschool".
Met de oprichting van D.S.S.V. (Delftsche Studenten Sportvereeniging) in 1909 komt een eigen voetbal- en tevens hockeyveld ter
beschikking. Een omheining was noodzakelijk, "zodat de biggen van de buurman den toegang ontzegd wordt". In 1911 legde de D.S.H.
& B.C. haar eerste contact met het buitenland door een Engelse hockeyploeg te ontvangen. Reeds toen werd het hoogtepunt van de
ontmoeting bereikt op sociėteit Phoenix. Moeilijke jaren werden doorgemaakt gedurende de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), toen bijna alle
leden gemobiliseerd waren en de hockeystick ingeruild werd voor ander wapentuig.
1922-1941
"Gelijk een egel uit zijn winterslaap ontwaakt, is ook het hockey-verlangen onder de Delftsche studenten, na een lange rust van bijna
negen jaren, waarin een iegelijk het als gestorven waande, herboren". Op 20 Nov 1922 werd de Delftsche Studenten Hockey Club
heropgericht. De eerste wedstrijd werd tegen een Leidsch Studentenelftal op het gastvrije H.O.C. veld te Waalsdorp ten gunste van Delft
beslecht.
In October 1923 trad de DSHC toe tot de Nederlandse Hockey en Bandy Bond. DSHC werd ingedeeld in de Westelijke 2de klasse. Promotie werd
nipt gemist, daar moest uiteindelijk 12 jaar op gewacht worden. In 1924 organiseerde DSHC een interacademiale met elftallen uit Amsterdam,
Rotterdam, Utrecht, Wageningen, Leiden en Delft (3 teams). Er was in 1932 geen veld, omdat dat "buitensporig hooge kosten met zich
meebrengt". De oefenveldkwestie werd opgelost door eens per week van 12.00 tot 16.00 uur te trainen op het veld van de HBS vereeniging
“Hudito“. Omdat deze velden "door zeldzame drassigheid niet aan de gestelde eischen beantwoordde, werd een contract met HOC
afgesloten waardoor het ieder lid mogelijk is, zonder geldelijke verplichtingen, deel te nemen aan de oefeningen van deze vereeniging op
haar Waaldorpsche terreinen".
Bij de interacademiale wedstrijden in Groningen (1934) waren zowel Leiden (na verlenging en doelschieten) als na afloop de Groningsche
agenten een grimmige tegenstander. In de competitie werd DSHC 3de en naar promotie werd gestreefd: “want de ongewenschte elementen rijzen
in onze competitie als paddenstoelen uit de grond; de goede sfeer van de tweede klasse is hierdoor reeds bijkans verstikt. Laten we het
zinkend schip verlaten en promoveeren.“ DSHC groeide in 2 jaar van 40 leden en 1 elftal, naar 100 leden. In 1935 werd de promotieklasse
bereikt en in 1936 werd er met vijf elftallen deelgenomen aan de competitie.
In het eerste jaar van de Tweede Wereldoorlog (1941) promoveerde DSHC naar de hoogste (1ste) klasse van de KNHB. Echter de Jodenmaatregelen
van de Duitse bezetter deden de leden tot opheffing van de DSHC besluiten.
1945-1973
Na de oorlog werd de DSHC direct heropgericht en het eerste ging weer in de eerste klasse spelen. Onvergetelijk was de 4-daagse trip naar
Engeland in 1946. Een hockeydag werd vaak beėindigd, na de borrel op de sociėteit, met een diner bij Jan Garos in café "Het
Noorden".
In 1957 promoveerde DSHC wederom naar de
hoogste klasse van de KNHB. Deze promotie werd meteen vervolgd met het behalen van het glorieuze landskampioenschap in 1958, en het winnen
van de HTCC beker in 1959. DSHC telt in deze jaren negen elftallen.
De DSHC heeft, voordat in 1961 de velden van de Delftse Studenten Sportstichting van de Technische Hogeschool in gebruik werden genomen,
veel rondgezworven . Enkele voormalige thuishavens waren o.a. velden op "Klein Zwitserland (Togo)" in Den Haag en op "de
Roggewoning (HOC)" in Wassenaar. In 1956 volgde verhuizing naar velden op "het Westplantsoen (Ring Pass)" in Delft.
Onder de invloed van de "Provo en Flower Power beweging" nam in de zestiger jaren de belangstelling voor het verenigingsleven
af.
1973-heden
Ondanks het feit dat het Delftsch Studenten Corps nog steeds ongemengd was, waren er in 1971 al 2 dames elftallen. Een aantal dames
waren echtgenotes en/of vriendinnen, maar er kwam steeds meer een verschuiving naar studentes. Een nieuwe periode van groei ontstond,
resulterend in 12 heren- en 3 damesteams begin tachtiger jaren.
In 1984 is de Vereniging Oud Leden DSHC opgericht. De
VOL-DSHC fungeert als adviesorgaan voor het hockey bestuur van de DSHC. Ook zorgt zij af en toe voor financiėle steun. De stichting
Tophockey Delftsche Studenten werd op 9 mei 1985 opgericht. De Stichting heeft als doel de behartiging van de belangen van het tophockey
binnen DSHC en de belangen van de DSHC in het algemeen.
Nadat in 1986 de laatste TH diploma's uitgereikt waren, werd het eerste kunstgrasveld aangelegd op het Sportcentrum van de TU en was het
niet meer nodig dat de eerste teams op het kunstgrasveld van Hudito trainden en speelden.
Gesteund door de Stichting Tophockey, Sponsors en de
VOL-DSHC werden de resultaten voor zowel Dames als Heren 1 geleidelijk aan beter. In 1996 heeft dit geleid tot een dubbel kampioenschap, met
voor beide teams promotie naar de landelijke Overgangsklasse. Bijzonder was de opmars van de dames: zij kwamen in een viertal jaren vanuit
de 3de klasse.
In 2007 heeft de DSHC een nieuw (derde) semi-waterveld gekregen en beoefenen er 11 heren- en 5 damesteams met nog steeds heel veel
plezier (top)hockey. En in 2020 ging Youki in dames 7 spelen.
Hoewel stick, bal, en gras sedert 1898 vele gedaantewisselingen ondergingen, blijft DSHC gedurende meer dan 100 jaar onmiskenbaar
herkenbaar
"de Delftsche Studenten Hockey Club".
|